Himalayaceder

Himalayaceder

Snelgroeiende boom met een goed doorgaande kop en afstaande takken en twijgen die aan het eind afhangen. Hierdoor ontstaat een vooral op jonge leeftijd decoratieve kroonvorm die eerst nog breed piramidaal is maar later sterk afgeplat uitgroeit. In zijn natuurlijk groeigebied van de Himalaya kan hij 60 - 70 m hoog worden. In Engeland wordt circa 30 m hoogte bereikt terwijl op het continent maximaal 20 m hoogte gehaald wordt. De naalden staan in groepjes tot 30 bij elkaar gebundeld. Ze zijn iets gekromd, donker blauwgroen en langer dan bij andere Cedersoorten. De eivormige opstaande kegels staan alleen of in paren en hebben een ronde top. Vooral jonge aanplant is vorstgevoelig waardoor een windvrije en zonnige plek noodzakelijk is. Cedrus deodara gedijt niet goed op gronden met een hoge pH.