Een grootse boom die in uitzonderlijke gevallen 250 jaar oud en 50 m hoog kan worden. De oude stam kleurt zeer donker en heeft diepe groeven. De jonge, bruine twijgen zijn behaard, oudere worden kaal. Het grote, geveerde blad heeft 7 tot 11 jukken en wordt circa 60 cm lang. De afzonderlijke blaadjes zijn langwerpig tot lancetvormig, circa 10 - 15 cm groot. Gewreven blad verspreidt een aangename geur. Vlak na de bladontwikkeling verschijnen de hangende groene, mannelijke katjes (circa 5 -9 cm) en de kleinere vrouwelijke bloemen. Deze zijn alleenstaand, soms 2 tot 4 bijeen. De kogelronde vruchten (doorsnede 4 - 5 cm) staan vaak 2 à 3 bijeen, het vruchtomhulsel is ruw en verspreidt een kenmerkende zeeplucht. De schaal van de noot is zwartbruin, de kern is zeer smakelijk. Het is een belangrijke houtproducent.
Himalayaceder