Hoe kies en plant je de ideale boom in jouw tuin?

Bomen passen in elke tuin, zelfs in kleine stadstuinen waar er misschien minder plek voor is. Te vaak worden bomen/planten aan de kant geschoven of moeten ze wijken voor een groter terras, maar voor een boom hou je best altijd een plekje vrij in je tuin. Het zorgt voor een gezellige sfeer, creëert een aangenaam microklimaat en brengt de natuur dicht bij je achterdeur.

Volgende stappen kunnen we aanraden bij het kiezen, planten en onderhouden van je boom :

    1. Kies de juiste plek :
      Wil je dat je boom zijn natuurlijke vorm kan behouden? Plaats hem dan meer centraal in je tuin. Kies een boom met een niet al te grote kruin, bij voorkeur een waarvan de takken niet verder uitsteken dan de breedte van je tuin. Wees voorzichtig met overhangende takken boven de tuin van je buren, want dat kan voor problemen zorgen. Als je buur last heeft van die takken, kan hij vragen of je ze wilt snoeien. Hij mag dit niet zelf doen zonder jouw toestemming.
    2. Kies de juiste soort boom:
      Bij het kiezen van een boom, kijk niet alleen naar de charme en uitstraling ervan, maar richt je op bomen die goed gedijen in het klimaat van jouw omgeving en ondergrond. Kies ook op basis van de grootte en vorm van de kruin:

      • Slanke bomen met hangende takken: Deze nemen weinig ruimte in en creëren weinig schaduw in de zomer.
      • Vaasvormige of piramidale bomen: Deze doen het beter en nemen ook niet veel ruimte in. Vaasvormige bomen hebben een open kruin naar boven, terwijl piramidale bomen recht omhoog groeien met één centraal hoogste punt.
      • Eivormige bomen of bomen met ovale kruin: Deze hebben een meer traditionele vorm en zijn vergelijkbaar in hoogte met de vorige groep.
      • Bolbomen: Als je een lage, bredere boom wilt, is dit type ideaal. Wil je het nog lager? Kies dan voor bomen met een afgeplatte bolvormige kruin.
      • Dakbomen: Deze bomen zijn niet veel hoger dan je plafond binnen, maar je kunt er comfortabel onder zitten. Hun takken moeten in het begin op een frame worden vastgehouden om ze horizontaal te houden. Deze bomen moeten elk jaar flink worden bijgesnoeid omdat ze anders weer omhoog groeien.

      Zodra je weet wat voor type boom je wilt, kun je verder filteren op het aantal stammen, bloei, herfstkleuren, en of ze vruchten dragen.

    3. Geef de wortels ruimte:
      Bomen hebben ruimte nodig om te groeien. Of ze nu in de volle grond staan of in een plantenbak, het maakt niet uit. De ruimte/plantenbak moet groot en vooral diep genoeg zijn. Een afmeting van minimaal 80 x 80 cm en een diepte van 50 cm is ideaal, maar hoe ruimer, hoe beter.Een boom kan in principe ook midden op een terras staan, maar zorg ervoor dat de jonge wortelkluit genoeg ruimte heeft om te groeien. Graaf een ruim gat en gebruik een wortelgeleidingssysteem, zoals een kunststof ring of krat zonder bodem met verticale groeven aan de binnenkant. Hierdoor kunnen de wortels een weg naar beneden zoeken en onder het krat uitgroeien, zonder je terras te beschadigen.
    4. Plant de boom goed in:
      Bij het planten van een boom is het belangrijk dat hij op dezelfde hoogte in de grond staat als in de kwekerij. Een boom met kluit of gekweekt in een pot maakt dit gemakkelijk, want de kluit moet net boven de grond uitkomen. Als je een boom plant zonder kluit en met blote wortels, let dan op het kleurverschil op de stam en/of de startplaats van de hoogste wortels. Bomen met blote wortels kun je alleen kopen en planten in het rustseizoen wanneer ze hun bladeren hebben verloren.
      Bomen met kluit of gekweekt in een pot kun je echter op elk moment planten, zelfs in de zomer. Ze merken nauwelijks dat ze worden verplant en groeien daardoor snel weer aan. Deze bomen zijn wel duurder en kunnen door het gewicht van de grond aan de wortels wat moeilijker te hanteren zijn.
    5. Zorg voor stevige verankering:
      Een jonge boom staat nog losjes in de grond totdat hij nieuwe wortels groeit. Wind en regen kunnen zijn kruin hevig heen en weer bewegen en zelfs de boom doen kantelen. Je moet hem in de eerste drie jaar helpen rechtop te blijven staan. Dit kan met behulp van steunpalen, maar dat ziet er niet zo mooi uit en verraadt dat de boom recentelijk geplant is.
      Een alternatief is ondergrondse verankering. Spankabels houden de boom stevig vast ter hoogte van de kluit en zijn bevestigd aan grondankers die diep in de grond zitten. Op deze manier zal de boom niet wankelen, zelfs niet tijdens hevige stormen. Sommige riemen composteren na ongeveer drie jaar vanzelf, wat handig is.
    6. Laat de boom groeien:
      Nu de boom op zijn plek staat, vul je het plantgat met de uitgegraven aarde, vermengd met bodemverbeteraar en organische meststof. Nog beter is om bomenzand te gebruiken, omdat het een uitgebalanceerde hoeveelheid organische stoffen, plantenvoeding en nuttige bodemschimmels bevat, die ervoor zorgen dat de wortels voedingsstoffen kunnen opnemen.Zodra het gat is gevuld, druk je de grond lichtjes aan en geef je de boom flink water. In het eerste jaar moet je de boom nog begeleiden, omdat de kleine haarwortels delicaat zijn en kwetsbaar bij extreme droogte. Af en toe extra water geven, vooral tijdens langere droogteperiodes, is dus belangrijk. Bomen van ongeveer 5 meter hoog met wat jaren op de teller, moeten zelfs het tweede jaar na het planten af en toe water krijgen.